Rijpma-de Jong, die vrijdag niet verder kwam dan de zestiende plek op de 1000 meter, nam het in de laatste rit van de schaatsmijl op tegen Esther Kiel. De regerend wereldkampioene bleef haar landgenote ruim de baas, maar kwam niet in de buurt van de winnende tijd van Miho Takagi. De Japanse was met een tijd van 1.54,54 een kleine twee seconden sneller dan Rijpma-de Jong (1.56,23). De Friezin hield desalniettemin een goed gevoel over aan de race.

"Dit was een veel betere rit dan gister. Waar ik gister helemaal niks raakte, zaten er nu weer slagen tussen waarmee ik snelheid kon maken. Het kan nog veel beter, maar hier kan ik weer vertrouwen uithalen", aldus Rijpma-de Jong, die zich geen zorgen maakt over het verschil met de winnares. "Het is een groot gat, maar ik weet dat ik zo’n tijd ook in me heb. Voor nu ben ik blij met zilver."

Leerdam greep eerder in de ochtend zilver op de tweede 500 meter. De Westlandse, die vrijdag nog als tiende eindigde bij de eerste manche, was met een tijd van 38,00 aanzienlijk sneller dan een dag eerder (38,43). Voor Leerdam was het haar tweede wereldbekermedaille van het weekend, aangezien ze vrijdag goud veroverde op de 1000 meter.

Op de Team Pursuit behaalden de Nederlandse vrouwen, bestaande uit Reina Anema, Joy Beune en Esther Kiel, een bronzen plak. Het oranjetrio zette in de slotrit een tijd neer van 3.01,29 en hoefde daarmee alleen Japan en Canada voor zich te dulden. Voor Anema was het haar eerste World Cup-medaille als lid van het ploegenachtervolgingsteam.